Sensor techniek

Meten is weten, maar je moet wel weten wat je meet. Sensoren zijn omzetters, converters. Ze zetten een fysische grootheid om in een elektrische grootheid.

Voorbeelden:

  • Temperatuursensor, zet temperatuur om in stroom, of weerstand. Of direct in een digitaal signaal.
  • Druksensor, zet druk om in spanning, stroom of weerstand.
  • Rekstrookje en Loadcell, zet kracht om in een variabele weerstand.
  • Niveausensor, zet een (vloeistof)niveau om in een spanning, stroom of een digitaal signaal.
  • Kompassensor, zet de richting van het aardmagnetisch veld om in een spanning.

De werkelijke sensor is de meetcel, dié component die daadwerkelijk de omzetting realiseert tussen de fysische grootheid en de elektrische. Soms is dat niet één component, maar een samenstel van componenten. Kijk maar naar een afstandsensor die via het echoprincipe werkt. Er wordt een signaal uitgezonden en na een bepaalde tijd weer ontvangen. Wat is precies de sensor ?

In de praktijk wordt onder sensor verstaan: het geheel van componenten die een fysische grootheid omzet in een bruikbaar elektrisch signaal. We gebruiken sensoren en weten hoe we daarmee om moeten gaan, hoe we de meetcellen moeten toepassen. En hoe we de, vaak erg kleine, signalen moeten verwerken tot een bruikbaar signaal.

Laat ons weten wat u wilt meten, we denken graag mee.